Jan Peters en “zijn” pannenkoekenhuis Den Uilenburg

Ruim twintig jaar runde Jan Peters samen met zijn vrouw Ans en met behulp van zijn zoon en dochter het pannenkoekenhuis-café-midgetgolf-speelweide Den Uilenburg aan de Prinses Beatrixstraat. Het is dit jaar alweer twintig jaar geleden dat het echtpaar de zaak verkocht. Met veel plezier denkt de inmiddels 78-jarige Peters terug aan deze leuke, maar ook hectische tijd.

Geboren midden in de oorlog, dateert zijn eerste herinnering uit de herfst van 1944, toen het gezin Peters, bestaande uit vader, moeder en vijf kinderen moest evacueren. “Mijn vader was gewond geraakt bij een bombardement en zat in de paardenwagen, ook wel Hèls wagentje genoemd. De kinderwagen waar ik in lag, hing achter de paardenwagen. Mijn moeder en zussen liepen er achteraan. In een sneeuwstorm over de brug bij Zaltbommel die toen al verzakt was. Via een overnachting in Culemborg, belandden we in Benschop. Mijn moeder had daar kennissen. Zij waren net getrouwd en zaten nog in de wittebroodsweken. Maar wij waren welkom en zijn hier gebleven tot het einde van de oorlog.”

Jan Peters is een geboren en getogen Hedelnaar. Zijn voorouders hadden een smederij waar nu de appartementen op het Raadhuisplein staan. De vader van Jan werd boer en Jan, die in 1963 trouwde met Ans, nam op zijn beurt na het overlijden van zijn vader de boerderij over. Het leven als boer betekende hard werken, maar de kost ermee verdienen, nee dat lukte niet. Daarom besloot het echtpaar, dat inmiddels de trotse ouders van een dochter en een zoon was, het roer om te gooien. Jan werd vrachtwagenchauffeur. Een openbaring, want zegt Jan: “In loondienst kon je met de kinderen op stap, daarvoor was je altijd aan het werk op de boerderij.”

Hoewel het werk hem prima beviel, ontstond in de loop der jaren toch het idee om voor zichzelf te beginnen. Een midgetgolfbaan en een speeltuin had het ondernemende stel al eerder in gedachten. Doordat Jan als vrachtwagenchauffeur melkproducten bezorgde, kwam daarbij een pannenkoekenhuis in beeld. Ans, die thuis voor het huishouden en de kinderen zorgde, kon heerlijk koken, maar verder wist het echtpaar nog niets. “Ik had nog nooit één glaasje bier getapt. Ans heeft het pannenkoeken bakken geleerd bij andere pannenkoekenhuizen. Dat heeft ze prima gedaan, want we zijn zelfs een keer in de ANWB gids als beste van Nederland uitgeroepen. We  woonden in het voorhuis van de boerderij. Achter waren de stallen en die werden verbouwd tot pannenkoekenhuis.”

Op 20 juli 1980 was het dan zover en werd Den Uilenburg geopend. “Het liep gelijk goed. Behalve pannenkoeken, serveerden we ook biefstuk en schnitzel. Daarnaast hadden we er ook een café bij. Het waren lange dagen. We gingen ’s morgens om elf uur open en sloten om één uur ’s nachts. Daarna moesten we zeker nog een uur schoonmaken. Dat deden we altijd dezelfde nacht nog. Op zaterdag waren we zelfs tot twee uur open. Alleen op maandag waren we gesloten. Wel gingen we ieder jaar met het gezin op vakantie.”

Paardenmarkt en politie
De eerste paardenmarkt als ondernemer liep anders dan oorspronkelijk gepland. “In die tijd werd er nogal veel gevochten, We waren altijd op maandag dicht en we besloten om ook tijdens de paardenmarkt dicht te blijven. Maar toen kwam de politie met de vraag of we het politiekorps tijdens de paardenmarkt van een natje en een droogje konden voorzien. Het ging om zo’n 100 man. Voor de politie was het een voordeel dat wij een groot parkeerterrein hadden. We hebben dat twintig jaar met veel plezier gedaan.”

De oud-horecaman heeft goede herinneringen aan die tijd. “Mijn dochter hielp ook en er kwam veel jeugd van Hedel. Ik heb hier klanten gehad, die als kind met vader en moeder pannenkoeken kwamen eten, later als tieners een pilsje kwamen drinken en nog weer later met hun eigen kinderen kwamen.” Toch is hij voorzichtig met het vertellen van anekdotes. “ Ik weet een heleboel leuke voorvallen. Ook al noem ik geen namen, als ik iets vertel dan weet iedereen, wie ik daarmee bedoel en met het oog op de privacy doe ik dat liever niet.” Wel wil hij een anekdote kwijt over de erwtensoep van de politie. “Ans maakte erwtensoep voor meer dan 100 man. Ze maakte de soep van te voren en deed dit in grote bakken in de diepvries. Het ontdooien was altijd nog een hele  klus. Op een gegeven moment kwamen twee politieagenten in een Caddy Volkswagen bus een grote pan erwtensoep ophalen. Maar wat gebeurde er? De agenten hadden de pan onder het rijden op het aanrechtje gezet en bij nemen van een bocht is de pan omgevallen. De hele bus zat eronder en ook het uniform van de politieagent. Maar het ergste was dat de hele inhoud van de pan op de grond lag en er geen soep meer over was. Ze waren snel weer terug om extra soep te halen.”

Kerst 1999
Het was in de herfst van 1999 dat Jan en Ans Peters besloten de stoppen met de zaak. “De kinderen hebben ons altijd geholpen, maar zij wilden de zaak niet overnemen. Ik zou moeten investeren in de zaak, maar daar had ik op een gegeven moment geen zin meer in. Daarom besloten we de zaak te koop te zetten. Net voor de kerst kwam er een potentiele koper. Hij zou na de kerst terugkomen, wat ook gebeurde. In een uur tijd was de kogel door de kerk en na de eeuwwisseling zijn we gestopt.”

Maar Jan Peters wilde niet achter de geraniums gaan zitten en is nog de nodige jaren actief geweest als vrachtwagenchauffeur. “Dat vond ik fijn om te doen. Ik was oproepkracht en van lieverlee werd het wel steeds minder. Op een gegeven moment moest ik code 95 halen. Dat is een nascholing. Daar had ik geen zin meer in en toen ben ik helemaal gestopt. Tegenwoordig ben ik veel buiten in de tuin.”